Toestemmingsvereiste
Samen met uw behandelaar komt u, op basis van goede informatie, tot een weloverwogen beslissing over onderzoek en/of behandeling.
Op basis van de informatie die u heeft gekregen, kunt u beslissen of u toestemming wilt geven voor een onderzoek of behandeling. Zonder uw toestemming mag een zorgverlener niet tot onderzoek of behandeling overgaan, tenzij er sprake is van een noodsituatie en hij bovendien niet op de hoogte is van uw wensen.
De behandelaar mag soms wel uitgaan van stilzwijgende toestemming. Dit is met name voldoende in de volgende situaties:
- bij behandelingen van niet-ingrijpende aard, die voortvloeien uit een reeds besproken behandelplan;
- als uit het gedrag van de patiënt de toestemming kan worden afgeleid. Wanneer u bijvoorbeeld een arm uitsteekt, zal de verpleegkundige ervan uitgaan, dat er geprikt mag worden.
Schriftelijk vastleggen toestemming
Bij verrichtingen van ingrijpende aard zal de zorgverlener expliciet toestemming vragen en deze schriftelijk vastleggen in uw dossier. Het gaat hierbij om zogenoemde invasieve onderzoeken en behandelingen, dat wil zeggen een methode waarbij men met apparatuur of anderszins het lichaam binnendringt (bijvoorbeeld snijden, prikken of verdoven).
Wie moet toestemming geven?
- bij kinderen tot 12 jaar: de ouders/verzorgers;
- kinderen van 12 tot 16 jaar: het kind samen met de ouders/verzorgers;
- vanaf 16 jaar: de patiënt zelf;
- bij wilsonbekwame meerderjarigen: de (wettelijk) vertegenwoordiger (bijvoorbeeld de gemachtigde, mentor of naasten).
Wat gebeurt er als u geen toestemming geeft?
Als u geen toestemming geeft, dan wordt het onderzoek of de (verdere) behandeling niet uitgevoerd. Uw zorgverlener informeert u over de eventuele gevolgen van deze beslissing. U kunt uw zorgverlener daarna niet meer aanspreken op de mogelijke negatieve gevolgen van uw beslissing.
Overigens is uw beslissing voor de zorgverlener geen reden om de relatie met u te beëindigen. Hij zal (indien gewenst) samen met u naar alternatieve mogelijkheden zoeken.