Röntgenonderzoek dikke darm / klinische patiënten

U heeft een afspraak voor een röntgenonderzoek van de dikke darm. Deze folder informeert u over het onderzoek en de voorbereidingen die nodig zijn om het onderzoek goed te laten verlopen.

Belangrijk

• Als u zwanger bent, of denkt dat te zijn, wilt u dat dan voor het onderzoek melden aan de röntgenlaborant.
• Vertel voor het onderzoek aan de verpleging en op de afdeling Radiologie of u overgevoelig bent of bent geweest voor genees- of contrastmiddelen.
• Het contrastmiddel dat u krijgt toegediend, heeft geen invloed op eventuele geneesmiddelen die u gebruikt.
• Als u diabetes mellitus heeft, moet u rekening houden met het suikergehalte in het laxeermiddel: 0,65 gram per milliliter.

Voor het onderzoek van de dikke darm is het belangrijk dat de darm geen ontlasting meer bevat en goed gereinigd is. De resultaten van het onderzoek zijn dan het beste. Daarom krijgt u een dieet en medicijnen.

U begint met het dieet op de dag voor het onderzoek. U krijgt een normaal ontbijt. 's Middags en 's avonds krijgt u bouillon en een waterijsje. Verder neemt u op de vermelde tijden één glas met een van de toegestane dranken.

Toegestane dranken zijn appelsap, druivensap, bessensap, Roosvicee, limonadesiroop, koffie zonder melk, thee met weinig suiker, gezeefd sinaasappelsap, bouillon en water.

Niet toegestaan zijn alle koolzuurhoudende dranken.

12.00 uur      1 glas toegestane drank

13.00 uur      1 glas toegestane drank

14.00 uur      1 glas toegestane drank

15.00 uur      1 glas toegestane drank

16.00 uur      U krijgt zoveel milliliter (ml) laxeermiddel als overeenkomt met uw gewicht in kilo (kg). Als u bijvoorbeeld 50 kg weegt, krijgt u 50 ml laxeermiddel (maximum 75 ml).

17.00 uur      1 glas toegestane drank

18.00 uur      1 glas toegestane drank

19.00 uur      1 glas toegestane drank

21.00 uur      1 glas toegestane drank

22.00 uur      1 glas toegestane drank

Vanaf 24.00 uur tot na het onderzoek mag u niet meer eten, drinken of roken. Het is belangrijk dat u zo kort mogelijk voor het onderzoek urineert, zodat uw blaas leeg is. Uw medicijnen mag u, in overleg met de verpleging, eventueel met weinig water innemen. Als u suikerpatiënt bent, meldt u dat dan aan de verpleging. Dan wordt daar bij het maken van de afspraak rekening mee gehouden.

Door allerlei oorzaken zoals bijvoorbeeld spoedgevallen loopt ons programma soms uit. Helaas moet u dan wat langer wachten. Wij bieden u daarvoor bij voorbaat onze excuses aan.

Op de afgesproken tijd wordt u met bed of rolstoel naar de afdeling Radiologie gebracht. U wordt daar verder begeleid door een laborant. Nadat u zich heeft uitgekleed (u mag een T-shirt of hemd aanhouden), vraagt de laborant u op de röntgentafel te gaan liggen.

Om de dikke darm op de foto’s zichtbaar te kunnen maken, wordt met een slangetje contrastvloeistof (bariumpap) via de anus in de darmen gebracht. De radioloog vraagt u daarna om op de röntgentafel op uw buik en zij te draaien. Tegelijkertijd worden er dan foto’s gemaakt van uw dikke darm.

Vervolgens wordt de contrastvloeistof zoveel mogelijk verwijderd en wordt er lucht in de dikke darm geblazen. Dat is nodig om de wand van de dikke darm zo goed mogelijk af te kunnen beelden. Weer moet u op aanwijzing van de arts regelmatig op de röntgentafel omdraaien. Soms wordt de tafel ook rechtop gezet. Er worden ondertussen weer foto’s gemaakt.

Het onderzoek duurt ongeveer een half uur. Als de foto’s gemaakt zijn, kunt u direct naar het toilet. Na het onderzoek wordt u weer naar de afdeling teruggebracht. Op de afdeling krijgt u een glas bitterzoutoplossing te drinken om ervoor te zorgen dat de contrastvloeistof uw lichaam snel verlaat. Dit krijgt u de volgende ochtend nog een keer. Uw ontlasting heeft de eerste keren na het onderzoek een witte kleur. Het is belangrijk dat u na het onderzoek extra drinkt.

U mag ervan uitgaan dat de uitslag na 2 werkdagen bekend is.

Als u na het lezen van deze pagina nog vragen heeft of als u zich zorgen maakt, kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts, de laborant, de radioloog of de verpleging.