Als u een gebitsprothese heeft, vragen we u deze voor het onderzoek uit te doen.
Voor het onderzoek worden de keel en de stembanden plaatselijk verdoofd met een verdovingsspray en verdovingsvloeistof. De verdoving geeft een dik gevoel in de keel. Tijdens de verdoving kunt u een hoestprikkel krijgen. Na de verdoving krijgt u een ring tussen de tanden/kaken ter bescherming van de scoop.
U krijgt extra zuurstof toegediend via een slangetje in de neus. Gedurende het onderzoek worden uw zuurstofgehalte en hartslag gemeten door middel van een knijpertje op de vinger. Ook uw bloeddruk wordt zo nodig gemeten.
De bronchoscoop wordt ingebracht via de mond of neus terwijl u op de rug ligt. Soms gebeurt het onderzoek zittend. Tijdens het onderzoek kunt u gewoon rustig ademen door de neus of door de mond. Als u last heeft van slijm, dan wordt dit met een zuigertje afgezogen. Zo nodig worden via de scoop kleine stukjes weefsel weggenomen en/of wordt gespoeld met een water/zoutoplossing. Dit materiaal wordt opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. Tijdens het onderzoek kan het zijn dat u last heeft van een hoestprikkel, het onderzoek is niet pijnlijk.
Opmerking: In sommige gevallen is ook röntgenapparatuur aanwezig tijdens het onderzoek.
Een ‘roesje’ (sedatie)
Indien de arts met u een ‘roesje’ (sedatie) heeft afgesproken, wordt dit vlak voor het onderzoek toegediend via de infuusnaald. U wordt hier slaperig en/of rustig van. Lees ook roesje (sedatie) bij een endoscopisch onderzoek.