Voor het behandelen van trombose hoeft u over het algemeen niet in het ziekenhuis te (blijven) liggen. De behandeling van een trombosebeen bestaat uit medicatie en het dragen van een steunkous.
Medicatie: antistolling
Om groei van het stolsel en om vorming van nieuwe stolsels te voorkomen moet het bloed worden ontstold. Dit gebeurt met antistollingsmedicijnen in de vorm van tabletten, soms in combinatie met injecties. Hoe lang u de tabletten moet gebruiken wordt op de polikliniek besproken, maar dit is ten minste drie maanden. Als u injecties moet krijgen, dan leren wij u hoe u dit moet doen. Elders op deze website vindt u de spuitinstructie.
Steunkous
Ongeveer de helft van patiënten met een trombosebeen houdt in wisselende mate restklachten van het been ondanks de antistollingsbehandeling. Deze klachten noemen we het post-trombotisch syndroom. Uit onderzoek is gebleken dat het dragen van een steunkous de kans op een post-trombotisch syndroom met ongeveer de helft verlaagt. U heeft een tijdelijke steunkous meegekregen om het been de eerste twee weken iets slanker te maken. Na twee weken kunt u een permanente kous laten aanmeten. De standaard behandelduur van de kous is op dit moment 2 jaar.