De diagnose
In het oog wordt vocht (kamerwater) aangemaakt voor de voeding van het hoornvlies en de
lens. Dit kamerwater (niet te verwarren met het traanvocht aan de buitenkant van het oog)
verlaat het oog ongemerkt via een afvoer die zich bevindt op de grens van het oogwit
(sclera) en het gekleurde deel van het oog, de iris (regenboogvlies).
Als deze afvoer (trabekelsysteem) minder goed werkt, kan het kamerwater moeizaam weg en neemt de druk binnen het oog toe. De oogzenuw wordt hierdoor langzaam maar zeker beschadigd.
Uiteindelijk merkt u dit doordat er stukken uit het beeld (gezichtsveld) verdwijnen.
Nog later wordt ook de gezichtsscherpte aangetast. Deze ziekte heet glaucoom en is
onomkeerbaar; zij kan alleen worden vertraagd.
Glaucoom wordt verdeeld in twee vormen: open kamerhoek glaucoom en gesloten
kamerhoek glaucoom. Als een perifere iridotomie bij u gemaakt moet worden, gaat het
meestal om de tweede vorm. Wanneer er weinig licht is, heeft de iris bij deze vorm van
glaucoom de neiging de afvoer van het oog af te sluiten. Daardoor kan de oogdruk vrij
plotseling stijgen en grote variatie vertonen. Deze neiging neemt toe naarmate u ouder
wordt. Bij het veel zeldzamere pigment dispersie glaucoom treden er ook vaak plotselinge
drukstijgingen op, maar dan veelal tijdens sporten en lezen.
Doel van de behandeling
Uw oogdruk moet (blijvend) worden verlaagd en/of plotselinge drukstijgingen moeten
worden voorkómen. Indien oogdrukverlagende oogdruppels en eventueel tabletten daar
onvoldoende in slagen, kan een perifere iridotomie uitkomst bieden. Tijdens de
laserbehandeling perifere iridotomie wordt met een dunne lichtstraal (laserlicht) een klein
gaatje in de iris gemaakt, zodat een aanval van hoge oogdruk voorkomen kan worden.