Kleine poliklinische verrichtingen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan uw arts of verpleegkundige. Heeft u thuis nog vragen of problemen, neem dan contact op met uw huisarts.

Goedaardige afwijkingen in de huid

De meest voorkomende goedaardige afwijkingen in de huid zijn:

• een moedervlek (naevus)
• een bindweefsel gezwel (fibroom)
• een oudersdomswrat (verruca seborrhoïca)

Onder de huid gelegen afwijkingen

Veel voorkomende onder de huid gelegen afwijkingen zijn:

• een talg-ophoping (atheroomcyste)
• een vetgezwel (lipoom)
• een huidschilfer-ophoping (epidermöid cyste)

Er bestaan nog meer kleine afwijkingen die weinig voorkomen. Uw arts zal u hier mee over vertellen.

Symptomen

Meestal gaat het om een hinderlijke of ontsierende afwijking/afwijkingen. Soms kan het pijnklachten veroorzaken zoals bij een ontsteking. Als een moedervlek groter wordt, soms bloedt of jeukt, is er een goede reden voor verwijdering. De kans bestaat dan dat er sprake is van huidkanker.

Diagnose

De arts kan meestal deze kleine afwijkingen bij het lichamelijk onderzoek al voldoende beoordelen maar bij enige twijfel sturen we wat weefsel op voor verder onderzoek. Dit wordt met u besproken.

Wij raden u aan om de dag van de ingreep ‘s morgens nog te douchen of in bad te gaan.
U meldt zich bij de polikliniek Chirurgie en neemt plaats in de aangegeven ontvangstruimte. Daar wordt u opgehaald door één van onze verpleegkundige en hij/zij zal u voorbereiden op de ingreep. De arts zal vragen naar uw probleem en zal lichamelijk onderzoek verrichten. Ook zal er gevraagd worden naar uw medicijngebruik en allergieën.

Met een injectiespuit wordt een lokaal verdovingsmiddel in de omgeving en/of direct onder de afwijking gespoten. De verdoving werk direct en vervolgens wordt de afwijking uitgesneden (excisie).

Afhankelijk van de plaats en de grootte van de snede wordt de wond gesloten met hechtingen (soms oplosbaar maar soms ook hechtingen die nadien verwijderd moeten worden). Afhankelijk van de wond die overblijft wordt er geschikt wondmateriaal gebruikt en aangebracht door de verpleegkundige.

Het gevoel is tot één a twee uur na de operatie weer normaal. Als u pijn krijgt na de ingreep mag u maximaal 4 keer per dag 2 paracetamoltabletten van 500 milligram innemen. Deze tabletten kunt u bij iedere drogist kopen en worden niet door de verzekering vergoed.

Het verwijderde weefsel wordt zonodig, in opdracht van de arts microscopisch onderzocht, hier krijgt u dan ook informatie over tijdens of na de ingreep. Bij de poliklinische controle of via een telefonische afspraak krijgt u hier de uitslag van. Soms is een ruimere verwijdering noodzakelijk. Hierdoor wordt een nieuwe afspraak gemaakt.

De hechtingen mogen na 7-10 dagen bij de huisarts verwijderd worden.

Bij iedere operatie kan er een wondinfectie optreden, hoewel dit bij de kleine operaties slechts zelden voorkomt. Soms kan het wondje nog iets nabloeden, waarbij een licht drukkend verbandje voldoende helpt. Zelden kan een allergische reactie op de verdovingsvloeistof ontstaan.

In deze folder is een algemene gang van zaken beschreven van het verloop van de ingreep. Het kan zijn dat het bij u anders verloopt.

Heeft u nog vragen over de behandeling, dan kunt u op werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur contact opnemen met de secretaresse van de polikliniek Chirurgie via telefoonnummer (0183) 64 42 05.