Indien u Plavix, Ascal en/of Marcoumar gebruikt, dient u deze na overleg één week voor de operatie te stoppen. Sintrommitis drie dagen van tevoren stoppen. Dit altijd in overleg met uw cardioloog. De avond voor de operatie moet u zich douchen met een desinfecterende zeep (hibiscrub).
De dag van opname
Als u thuis wacht op een oproep voor de bypassoperatie wordt u meestal telefonisch of per brief opgeroepen en één dag voor de operatie opgenomen. Bent u in het Beatrixziekenhuis opgenomen, dan wordt u meestal één à twee dagen voor de operatie overgeplaatst. De overplaatsing vindt altijd plaats per ambulance. Er mag één familielid of kennis meerijden met de ambulance. De arts of verpleegkundige informeert u over het tijdstip van overplaatsing en operatie.
Voor het maken van een patientenpas heeft u een geldig identiteitsbewijs nodig. Deze moet u meenemen. Op de dag van opname heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. Tijdens dit gesprek laat de verpleegkundige u een fotoboek zien over wat er gaat gebeuren. De verpleegkundige noteert gegevens die van belang zijn voor uw behandeling in het ziekenhuis. Van de verpleegkundige hoort u wanneer de operatie plaatsvindt. Daarna wordt u voorbereid op de operatie:
- er wordt bloed geprikt, een hartfilmpje (ECG) en een foto van de borstkas gemaakt;
- u krijgt een patiënteninformatiedossier (PID) waarin u informatie kunt vinden over onder andere het ziekenhuis en de operatie;
- de hartchirurg komt bij u langs om kennis te maken en eventueel vragen aan u te stellen;
- de anesthesioloog komt bij u langs en bespreekt de medicijnen, de anesthesie en de pijnbestrijding met u;
- de fysiotherapeut komt langs om uitleg te geven over de therapie na de operatie;
- een arts-assistent onderzoekt u;
- u legt wat toiletspullen, pantoffels en een schone pyjama klaar die u mee neemt naar de Intensieve Zorgafdeling. U gaat hier na de operatie naar toe;
- u krijgt een slaaptabletje om de nacht goed te kunnen slapen en de volgende dag goed uitgerust te zijn.
Als u dat wilt, kunt u een afspraak maken met de maatschappelijk werkende voor begeleiding in het ziekenhuis en het regelen van eventuele hulp na ontslag.