Beschermende en/of vrijheidsbeperkende maatregelen
De behandeling
Wat zijn beschermende en/of vrijheidsbeperkende maatregelen?
Beschermende en/of vrijheidsbeperkende maatregelen zijn maatregelen die de patiënt beschermen om het risico op letsel voor zichzelf of voor anderen (tengevolge van bijvoorbeeld acute verwardheid of een verstandelijke beperking) te verkleinen. Bij sommige maatregelen wordt de patiënt beperkt in zijn bewegingsvrijheid.
In het ziekenhuis kunnen de volgende maatregelen genomen waarbij de patiënt:
- in een bed ligt waarvan het bedhek omhoog is gezet en met bedhoezen is overtrokken;
- een sensor krijgt die risicovolle bewegingen opvangt;
- een onrustband om het middel krijgt waardoor hij of zij niet uit bed of stoel kan komen;
- pols- en/of enkelbanden krijgt;
- op een stoel achter een tafel moet zitten;
- in een rolstoel met tafelblad moet zitten;
- rustgevende medicatie toegediend krijgt.
Waarom worden deze vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast?
Het toepassen van de vrijheidsbeperkende maatregelen is soms nodig om de patiënt of anderen te beschermen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- valgevaar, doordat de patiënt niet stabiel kan lopen (na een operatie) en toch uit bed wil stappen;
- gedrag van de patiënt belemmert het herstel, door verwardheid en trekt de patiënt bijvoorbeeld aan infuus, katheter of trekt het zuurstofslangetje eruit;
- gevaar voor anderen, doordat de patiënt zich agressief gedraagt.
Het besluit om de patiënt te fixeren wordt zorgvuldig door de arts en verpleegkundige genomen. Allereerst zal er gezocht worden naar mogelijke alternatieve maatregelen. Zijn deze er niet, dan geeft een arts toestemming om een patiënt te fixeren.
Wat kunt u doen?
Een ziekenhuisopname kan een ingrijpende gebeurtenis zijn, zeker als de patiënt erg verward of onrustig is. Houdt u dan rekening met de volgende aandachtspunten:
- bezoek de patiënt met maximaal twee personen tegelijk en blijf niet te lang;
- ga zoveel mogelijk aan één kant van de patiënt zitten, zodat hij of zij zich op één punt kan richten;
- spreek rustig en in korte duidelijke zinnen. Stel eenvoudige (liefst gesloten: 'ja/nee') vragen; probeer veel geluid te vermijden;
- spreek de patiënt bij zijn naam aan om zijn aandacht te trekken;
- maak zo nodig bij elk contact duidelijk wie u bent, noem tijd, plaats en datum;
- praat vooral over vertrouwde zaken;
- zorg voor een horloge, hoortoestel en bril. Dit helpt de patiënt om zich te oriënteren in tijd en plaats;
- wellicht kunt u een vertrouwde foto op het nachtkastje plaatsen; zorg voor kleding, zodat uw naaste, zodra de lichamelijke toestand dit toelaat, overdag gewone kleding kan dragen;
- u kunt beter niet meegaan in de vreemde waanideeën. Probeer de patiënt niet tegen te spreken, maar maak duidelijk dat uw waarneming anders is;
- het is mogelijk dat de verpleegkundige u vraagt om bij de patiënt te blijven om hem/haar gerust te stellen.
Na een periode van ernstige verwardheid/onrust kunnen herinneringen hieraan overblijven zowel bij u als familie/naaste als bij de patiënt zelf. Lukt het niet de nare herinnering te vergeten, bespreek dit dan met de verpleegkundige of de arts.
Geef bij een volgende opname tijdens het opnamegesprek aan, dat er bij de patiënt al eerder een ernstige verwardheid is ontstaan tijdens ziekenhuis opname. Er kunnen dan tijdig maatregelen worden genomen om het risico op herhaling te verkleinen.
Voor de behandeling
Toestemming voor de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn altijd de laatste keuze. Voordat daartoe overgegaan wordt, zijn al minder ingrijpende maatregelen overwogen en/of uitgeprobeerd.
Als er toch voor vrijheidsbeperking gekozen wordt, gaat er een zorgvuldige procedure aan vooraf. Deze procedure is gebonden aan regels in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst. Alleen in noodsituaties kan van de procedure afgeweken worden en vindt toestemming achteraf plaats.
Registratie van de toepassing van de vrijheidsbeperkende maatregel vindt plaats met een registratieformulier. Door ondertekening van het formulier stemt u of uw eerste contactpersoon in met de maatregel.
Tijdens een periode van wilsonbekwaamheid mag een vertegenwoordiger van de patiënt voor hem spreken en beslissen. De vertegenwoordiger is bij wet geregeld. Deze zijn in volgorde: (artikel 465 WGBO)
- Wettelijk vertegenwoordiger (mentor)
- Echtgeno(o)t(e) of levenspartner
- Ouders of kinderen
- Broers of zussen
Dagelijks wordt bekeken of de vrijheidsbeperkende maatregel nog noodzakelijk is.
Tijdens de behandeling
Hoe wordt de vrijheidsbeperkende maatregel toegepast?
Vrijheidsbeperkende maatregelen worden volgens een vaste ziekenhuisprocedure toegepast. De handeling wordt uitgevoerd door verpleegkundigen, die deskundig zijn op het gebied van fixeren. Tijdens de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen wordt de patiënt gericht geobserveerd en verpleegd. Dagelijks evalueert de arts in overleg met de verpleging de wenselijkheid van de maatregel.
Mogelijke complicaties/risico's
Mogelijke complicaties/risico's
De toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen kan risico’s met zich meebrengen, zoals toename van onrust en verwondingen.
Daarnaast kan het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen juist meer onrust en angst opwekken waardoor patiënt probeert uit de fixatie te komen.
Soms wordt er door de arts en verpleegkundige gekozen om een onrustige of dwalende patiënt juist niet te fixeren omdat de risico’s die de maatregel met zich meebrengt groter of ingrijpender zijn de risico’s bij het niet toepassen van de maatregel.
Contact
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundige van de afdeling. U kunt ook een afspraak maken bij de behandelend arts.