Vallen
Wat is…
Vallen is bij ouderen een belangrijk medisch en sociaal probleem. Om te beginnen omdat vallen bij ouderen relatief veel voorkomt. Een derde van alle ouderen valt één keer per jaar, de helft van deze mensen (dus een op de zes) valt zelfs meer dan één keer per jaar. Vallen is ook een probleem doordat het belangrijke gevolgen kan hebben.
In één op de tien keer leidt een valincident tot een botbreuk of hoofdverwonding bij de oudere. Het vallen kan bovendien leiden tot 'valangst'. Vanwege deze angst om opnieuw te vallen vermijdt de oudere het lopen. Dat maakt de oudere minder mobiel waardoor de zelfredzaamheid afneemt en het sociale isolement toeneemt. Hierdoor kan een opname in een verzorgingshuis of een verpleeghuis noodzakelijk worden.
Door voor iedere oudere de risicofactoren in kaart te brengen, is het mogelijk een individuele behandeling voor de oudere op te stellen. Dit is erop gericht zoveel mogelijk risico's voor vallen weg te nemen of te verminderen en de oudere bewust te maken van de omstandigheden waarin het risico op vallen groot is. Zo kan het aantal valincidenten (met letsel) verminderd worden.
Oorzaken
De meeste valincidenten zijn het gevolg van een samenspel van factoren en oorzaken. Als die factoren en oorzaken goed in kaart worden gebracht is het vaak mogelijk om een op maat gemaakt behandelplan op te stellen. De hoofdoorzaken kunnen verdeeld worden in 2 categorieën:
Lichamelijke factoren
- Ziekte en lichamelijke veranderingen (passend bij de leeftijd)
- Conditie / gebrek aan beweging
- Eerder gevallen
- Bepaalde medicijnen
- Duizeligheid
- Verwardheid, desoriëntatie en verminderd bewustzijn
- Urine-incontinentie
- Slecht zicht en/of gehoor
- Voeding
Omgevingsfactoren
- Onbekende omgeving
- Gladde, natte of rommelige vloeren
- Losse onderdelen/losliggende kleden
- Onvoldoende steunpunten
- Slechte verlichting
- Slecht schoeisel
Meer informatie
Een val voorkomen in het ziekenhuis
Tijdens uw opname in het ziekenhuis is er aandacht voor een mogelijk verhoogd valrisico. Om dit te achterhalen zal een verpleegkundige u hierover vragen stellen. Als er sprake is van een verhoogd valrisico kan dit betekenen dat er een fysiotherapeut of ergotherapeut bij uw behandeling wordt betrokken. Er zijn ook een aantal zaken die u zelf kunt doen om de kans op vallen tijdens uw ziekenhuisopname zo klein mogelijk te maken.
Loophulpmiddelen
- Maak gebruik van een loophulpmiddel als u dit van thuis uit gewend bent of deze in het ziekenhuis tot uw beschikking heeft gekregen.
- Let erop dat uw loophulpmiddel op de juiste hoogte is afgesteld. Vraag bij twijfel om hulp aan een verpleegkundige of fysiotherapeut.
Bewegen
- Probeer zoveel mogelijk in beweging te blijven. Loop liever vaker kleine stukjes, dan één keer per dag een grote afstand.
- Bewegen kan ook samen met uw bezoek. Loop bijvoorbeeld samen een rondje over de afdeling.
- Bent u geopereerd? Ga dan de eerste keer na uw operatie, of als u langere tijd op bed heeft gelegen, nooit alleen uit bed. Vraag een verpleegkundige of fysiotherapeut om hulp.
De omgeving
- Vraag tijdig om hulp en zorg dat u de bel bij de hand heeft zodat u de verpleegkundige om hulp kunt vragen als dit nodig is.
- Een opgeruimde kamer verkleint de kans op een val. Houd spullen die u veel gebruikt dicht in de buurt en berg overige spullen op in de daarvoor beschikbare kasten.
- Maak gebruik van de nachtverlichting bij uw bed als u hier behoefte aan heeft.
- Zorg dat uw bed niet te ver van de vloer is voor u uit bed stapt.
Zicht en gehoor
- Als u minder goed ziet of hoort kan dit een groter risico op een val veroorzaken. Gebruikt u thuis een bril en/of gehoortoestel, gebruik deze dan ook tijdens uw ziekenhuisopname.
Stevig schoeisel
- Zorg voor goed passende en stevige schoenen met stroeve zolen voor tijdens het lopen.
- Het gebruik van sloffen of slippers wordt afgeraden. Gebruik zo nodig anti-slipsokken, informeer hiervoor uw verpleegkundige.
Infuus, drain of katheter
- Heeft u lijnen zoals een infuus, drain of katheter? Overleg met uw verpleegkundige over de mogelijkheden tot bewegen.
Toilet
- Als het lopen naar het toilet niet mogelijk is, kunt u altijd gebruik maken van een postoel naast uw bed. Daarnaast kunt u gebruik maken van hulpmiddelen zoals een urinaal of incontinentiemateriaal.
Duizeligheid en/of flauwvallen
- Wanneer u zich licht in het hoofd voelt tijdens het opstaan, blijf dan even op de rand van het bed zitten.
- Zet de hoofdsteun van uw bed wat omhoog voor u gaat staan zodat de bloeddruk minder zakt bij het opstaan en u zich minder duizelig voelt.
Medicijngebruik
- Hoe meer medicijnen u gebruikt, hoe groter de kans op ongewenste effecten, zoals een val. Let erop dat u uw medicijnen op de juiste wijze inneemt.
- Zorg dat uw arts en verpleegkundige op de hoogte zijn van welke medicijnen u gebruikt, ook homeopathische middelen of medicatie die u bij de drogist heeft gekocht.
- Let extra op bij het gebruik van kalmeer- en slaapmiddelen. Mogelijke bijwerkingen zijn sufheid, stijfheid, verwardheid, duizeligheid en spierzwakte. Dit kan de kans op een val vergroten.
- Heeft u last van bijwerkingen van medicijnen, geef dit door aan uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u voor een operatie of ingreep een roesje, pijnblokkade of ruggenprik? Dan kan dit bijwerkingen geven. Ga daarom niet alleen uit bed, maar vraag altijd een verpleegkundige om hulp.
Fysiotherapeuten van Rivas Zorggroep
- Annemart van Rijssel
- Inge Veldmaat