De meeste infecties met het RS-virus worden voornamelijk gezien in de herfst- en wintermaanden van oktober tot en met maart. Bij volwassenen, kinderen en baby's leiden ze meestal tot een milde verkoudheid met bijvoorbeeld een oorontsteking.
Bij baby's begint de infectie met het RS-virus ook als een verkoudheid met een snotneus, niezen, hoesten en lichte koorts. Meestal gaat dat vanzelf binnen één tot twee weken over.
Het kan echter ook zo zijn dat de infectie de lagere luchtwegen bereikt wat dan ademhalingsproblemen kan opleveren. Dit kun je zien aan slechter drinken, hoesten en een snellere ademhaling van de baby of soms zelfs wat blauw worden bij ademnood.
Ook kunnen baby's sneller gaan spugen tijdens het hoesten. De benauwdheid en/of (dreigende) uitdroging kan zorgen dat een ziekenhuisopname nodig is.
In Nederland worden jaarlijks 3500 kinderen opgenomen in een ziekenhuis met een RSV-infectie.